Calorieën tellen, do or don’t?
Lang geleden, toen mensen ook al wilden afvallen, was het advies om calorieën te tellen. Het uitgangspunt was simpel: als je minder eet dan je verbrandt, dan val je af.
Tegenwoordig wordt daar wat genuanceerder over gedacht. Ook omdat de meeste mensen het heel vervelend vinden om alles af te wegen en te noteren. Wat is nu het beste advies? Wel of niet tellen?
Weet wat je eet
Tegenwoordig heb je hele gebruiksvriendelijke apps waarmee je bij kunt houden wat je eet. Je weet dan hoeveel calorieën je binnen hebt gekregen, maar ook hoe het zit met de verdeling van koolhydraten, vetten en eiwitten. Ook kun je zien of er bijvoorbeeld te veel zout of te weinig vitaminen in je voeding zit.
Calorieën tellen geeft je inzicht
Om die reden vraag ik mijn klanten regelmatig om een paar weken bij te houden wat ze eten. Uit dat ‘eetdagboek’ kan ik heel wat informatie halen. Bijvoorbeeld op welke momenten van de dag er snacktrek is. Of ik zie dat het eetpatroon goed is, maar dat de zaterdagavondborrels er stevig in hakken. En een enkele keer kom je achter ondermijnende overtuigingen. Bijvoorbeeld dat pizza vergelijkbaar is met brood met rauwkost. Omdat op pizza paprika zit en de bodem van brooddeeg gemaakt is. Daar hebben we het dan even over.
Vervolgens gaan we aanpassen en verbeteren
Met het inzicht dat je uit je logboek krijgt, kun je wat simpele aanpassingen aanbrengen. Bijvoorbeeld wat eiwitrijke producten toevoegen als je veel krachttraining doet. Goed voor je spierherstel en ze verzadigen ook nog eens goed. En wil je wat minder snelle koolhydraten eten, dan kunnen we kijken welke opties voor jou beter werken. Havermout in plaats van een wit broodje met hagelslag bijvoorbeeld. Of een gekookt eitje tussendoor in plaats van een plak ontbijtkoek.
De ene calorie is de andere niet
Tegenstanders van het tellen zeggen dat die energiebalans helemaal niet zo wiskundig werkt als de punten- en calorieën tellers je doen geloven. Zo kun je natuurlijk 500 kcal aan snoep eten, maar ook aan noten. Van het snoep stijgt je insulinespiegel snel, wat invloed heeft op je vetverbranding en -opslag. Door de vetten en vezels in de noten is dat effect bij dit tussendoortje veel minder groot.
Als je gezond eet, dan eet je niet snel teveel
De neiging om te veel te eten is bij een zak chips nu eenmaal veel groter dan bij een stuk zalm met gestoomde groenten. En iedereen kent waarschijnlijk het gevoel dat je een uurtje na de burger langs de snelweg alweer trek hebt. Daarom pleiten de antitellers voor focus op kwaliteit en niet zo zeer op kwantiteit. Dat is ook wel relaxt: zonder rekenmachine en keukenweegschaal alleen nog maar de keuze maken voor voeding die je helpt je doel te bereiken en voeding die je van je doel afbrengt.
Maar wat moet ik nu doen?
Mijn advies zou zijn: ga een tijdje tellen om inzicht te krijgen in je valkuilen en je verbeterpunten. Doe zo nodig wat aanpassingen in je voedingspatroon en kijk hoe je je daarbij voelt en wat het resultaat is. Na een paar weken kritisch naar je eetpatroon kijken weet je echt wel hoeveel calorieën je ongeveer opeet en verbruikt.
Van obsessief voedsel afwegen en analyseren wordt niemand gelukkig. De kans is dan groot dat je de handdoek in de ring gooit en terugvalt in je oude voedingspatroon. Heb je een hekel aan tellen en bijhouden, doe het dan niet te lang.
Ben jij gek op statistieken en vind je je voedingsapp de ideale stok achter de deur? Blijf dan lekker tellen. En wil je vervolgens weten waar de mogelijkheden liggen om dingen te verbeteren, dan kijk ik graag even met je mee.